Hippe wandhanger haken..!

Vandaag geef ik een workshop wandhanger haken tijdens een haakpicknick :) Buiten in het land, met maar liefst 100 hakende vrouwen hihi. Dat kan niet anders dan een hele toffe dag worden! Het patroon van deze toffe wandhanger wil ik ook heel graag met jullie delen…





Deze wandhanger haak je met maar 1 bol garen en hij staat supermooi aan je wand. Het prachtige dikke katoen geeft hem een stoere maar toch ook speelse uitstraling. Heel veel haakplezier!!!



Dit patroon mag niet voor commerciële doeleinden gebruikt worden.

Verkoop, kopiëren, vermenigvuldiging en publicatie is niet toegestaan.



Wat heb je nodig:



• Haaknaald 6 mm.

• 1 bol DMC XL Natura.

• Stok of tak.

• Stopnaald.

• Schaar.



Gebruikte steken:



• Lossen

• Vasten

• Stokjes

• Halve Stokjes

• Lussteek: Maak een lus om je linker vinger, plaats de haaknaald in de steek, neem het garen op achter in de lange lus, haal de draad door, er staan nu 2 st op de haak, maak een lus om de haaknaald en haal de draad door alle lussen op je naald.



Moeilijkheidsgraad: **






Als je de wandhanger met het voorgestelde garen en haaknaald haakt, wordt hij ongeveer 40 cm lang (incl. Tak/stok en franjes. Zet om te beginnen 23 lossen op.



Toer 1: Haak in elke losse (beginnende in de tweede losse vanaf de haaknaald) 1 vaste (22). Haak 1 losse en keer je werk.



Toer 2: Haak 1 half stokje in elke vaste (22). Haak daarna 1 losse en keer je werk.



Toer 3: Haak in elke steek 1 vaste (22). Haak daarna 1 losse en keer je werk.



Toer 4: Haak in de eerste 10 steken 1 lussteek, haak in de volgende 12 steken 1 vaste (22). Haak daarna 1 losse en keer je werk.



Toer 5: Haak in elke steek 1 vaste (22). Haak daarna 1 losse en keer je werk.



Toer 6: Haak in de eerste 9 steken 1 lussteek, haak in de volgende 13 steken 1 vaste (22). Haak daarna 1 losse en keer je werk.



Toer 7: Haak in elke steek 1 vaste (22). Haak daarna 1 losse en keer je werk.



Toer 8: Haak in de eerste 8 steken 1 lussteek, haak in de volgende 14 steken 1 vaste (22). Haak daarna 1 losse en keer je werk.



Toer 9: Haak in elke steek 1 vaste (22). Haak daarna 1 losse en keer je werk.



Toer 10: Haak in de eerste 7 steken 1 lussteek, haak in de volgende 13 steken 1 vaste, haak in de laatste twee steken 1 lussteek (22). Haak daarna 1 losse en keer je werk.



Toer 11: Haak in elke steek 1 vaste (22). Haak daarna 1 losse en keer je werk.



Toer 12: Haak in de eerste 6 steken 1 lussteek, haak in de volgende 12 steken 1 vaste, haak in de laatste vier steken 1 lussteek (22). Haak daarna 1 losse en keer je werk.



Toer 13: Haak in elke steek 1 vaste (22). Haak daarna 1 losse en keer je werk.



Toer 14: Haak in de eerste 5 steken 1 lussteek, haak in de volgende 11 steken 1 vaste, haak in de laatste zes steken 1 lussteek (22). Haak daarna 1 losse en keer je werk.



Toer 15: Haak in elke steek 1 vaste (22). Haak daarna 1 losse en keer je werk.



Toer 16: Haak in de eerste 14 steken 1 vaste, haak in de volgende 8 steken 1 lussteek (22). Haak daarna 2 lossen en keer je werk.



Toer 17: Haak in elke steek 1 stokje (22). Haak daarna 2 lossen en keer je werk.



Toer 18: Sla de eerste steek over, haak in de volgende twee steken 1 stokje, haak nu 1 stokje in de steek die je zojuist hebt overgeslagen (je haakt dus over de twee net gehaakte stokjes heen). *Sla nu weer een steek over, haak in de volgende twee steken 1 stokje, haak nu 1 stokje in de steek die je zojuist hebt overgeslagen*. Herhaal het gedeelte tussen de * tot het einde van de toer en eindig met 1 stokje in de laatste steek (22). Haak daarna 1 losse en keer je werk.






Toer 19: Haak in elke steek 1 vaste (22). Haak daarna 1 losse en keer je werk.



Toer 20: Haak 1 half stokje in elke vaste (22). Haak daarna 2 losse en keer je werk.



Toer 21: Sla de eerste steek over, haak in de volgende twee steken 1 stokje, haak nu 1 stokje in de steek die je zojuist hebt overgeslagen (je haakt dus over de twee net gehaakte stokjes heen). *Sla nu weer een steek over, haak in de volgende twee steken 1 stokje, haak nu 1 stokje in de steek die je zojuist hebt overgeslagen*. Herhaal het gedeelte tussen de * tot het einde van de toer en eindig met 1 stokje in de laatste steek (22). Haak daarna 1 losse en keer je werk.



Toer 22: Haak in elke steek 1 vaste (22). Hecht daarna af en werk het draadeinde weg in de hanger.



Nu ga je van het overige garen franjes maken aan de onderkant van de hanger. Knip daarvoor 22 sliertjes al van 28 cm lang. Maak het sliertje voor sliertje vast aan de onderkant van de hanger. Vouw het sliertje dubbel, trek de lus met een haaknaald door een vaste van de laatste toer. Haal dan beide uiteinde van het sliertje door de lus en trek stevig aan. Doe dit nu ook bij de overige 21 vasten.



Om de franjes een extra speels effect te geven pluis je ze met de hand uit. Dat is even een werkje maar zorgt wel voor een heel tof resultaat. Knip de franjes daarna op de gewenste lengte en vorm af. Naai de wandhanger met het overige garen en een stopnaald vast aan de stok of tak en maak daar ook een ophang lus van aan de bovenkant van de stok/tak. Je wandhanger is nu klaar op te pronken aan de wand.



Veel plezier met je supermooie wandhanger!

X Lisanne